top of page

Frida in Mexico-City #10

Mexico Stad. Een stad met 23 miljoen inwoners, als je de buitenwijken meetelt. Nou niet echt bepaalt iets dat hoog op mijn ‘lijstje’ zou staan. Eerlijk is eerlijk, ik heb een voorkeur voor de jungle, watervallen, bergen, rivieren en mooie stranden en niet voor een jungle van beton. Maar gezien het de geboortestad is van mijn idool Frida Kahlo, van wie ik een tattoo op mijn been heb, en omdat het veel te bieden heeft op het gebied van cultuur ben ik toch in Mexico stad beland voor een paar dagen.


Samen met Kenzie zit ik op het vliegveld. Onze vluchten gaan op dezelfde, niet zo schappelijke, tijd om half 2 ‘s nachts. Oververmoeid en in de war van het feit dat we niet samen op het vliegtuig stappen, nemen we afscheid. Tranen met tuiten. Ik vind het moeilijk weer alleen door te gaan en ik heb Kenzie zo gemist dat ik graag wat meer tijd met haar had willen doorbrengen. Toch maar kop ervoor en gaan.


Om half 5 ‘s nachts kom ik aan. Ik ben zo door immigratie heen omdat ik in de speciale rij mag om vervolgens nog een tijd te wachten op m’n bagage. Ik had gelezen dat er ‘sleeping pods’ op het vliegveld zijn die je per uur kunt huren maar die je niet kunt reserveren. Een soort slaap capsules voor wanneer je een vroege of late vlucht hebt. Gezien het tijdstip waag ik een poging om op z’n minst nog een beetje te slapen. Met m’n hele hebben en houwen sleep ik over het vliegveld. Shit, vol. Plan B: naar het hostel. Voor vertrek had ik al geïnformeerd of ze ‘s nachts toegankelijk zijn en hoewel ik pas ‘s middags kan inchecken kan ik wel in de gemeenschappelijke ruimtes verblijven. Een prima plan B.


Ware het niet voor het feit dat ik op straat sta in Mexico Stad in het donker en dat niemand de deur opendoet. Uuuh. Ik had de taxi chauffeur gevraagd te wachten en godzijdank want hoe hard ik (uiteindelijk ‘we’ want de chauffeur ging ook helpen) klopten of de bel drukten, het hostel bleef potdicht. Tijd voor plan C. De feiten: ik ben alleen, ik ben op krukken, het is donker, het is een grote stad en ik heb al m’n bezittingen bij me. Conclusie: op straat blijven is geen optie. Ik vraag de taxichauffeur of ze een hotel in de buurt kent om me daar naartoe te brengen en na een paar mislukte pogingen kom ik aan bij Hotel Royal een vier sterren hotel met een kamer groter dan m’n oude studiootje in Amsterdam. Om half 8 sluit ik dan eindelijk mijn ogen. Tijd om te slapen.


Ik zet de wekker voor 3-4 uur later. Ik heb als een blok geslapen en ik ben een beetje gedesoriënteerd waar ik nu weer wakker word. Ik zoek een cafeetje in de buurt op waar ik kan ontbijten, m’n mail kan wegwerken en wat kan researchen op mn laptop. Want los van Frida Kahlo heb ik weinig idee wat er te doen valt in deze immense stad. Na een bak koffie, een fijn ontbijt, even bellen met mama en wat onderzoek voel ik me wat beter en weet ik het plan voor de dag: op naar de wijk van Palacio de las Bellas Artes.


Ik neem een Uber maar het verkeer in Mexico Stad is gekkenboel. Als ik op de navigatie zie dat het nog 25 minuten duurt maar 10 minuten lopen is, stap ik uit en ga ik te voet verder. Ik moet wennen aan de drukte van het verkeer en de chaos van de grote stad maar iets aan deze stad bevalt me wel. Het Palacio is prachtig en doet niet onder voor bouwwerken in Europa. Op het plein staan wat jongeren te freelance rappen. Af en toe komt er iemand voorbij die random snoepjes voor een peso verkoopt. Mijn oog valt op een boekenmarkt en voor ik het weet slenter ik over de markt. Ik koop de Spaanse versie van ‘de kleine prins’.


Aan het plein staat een 140m hoge toren die overal bovenuit steekt, de Torre Latinoamerica. Op de bovenste verdieping is er een terras met uitzicht over de hele stad. Ook al zijn mijn benen (en ik) moe, ik vind genoeg energie om naar boven te gaan. De liften hier gaan zoveel sneller dan in Europa en je vliegt van verdieping naar verdieping. De laatste twee verdiepingen gaan per trap. Eenmaal boven heb je een fantastisch 360 graden uitzicht over de stad. De drukke wegen die vol staan met verkeer, de prachtige oude gebouwen die meteen opvallen, de hoge torens in de verte die in de mist lijken te staan door de smog en natuurlijk het Palacio de Bellas Artes. Het geeft een mooie indruk van de stad en content kruk ik weer de trappen af.


Daarna begeef ik me naar het Palacio Postal oftewel: het postkantoor. Een prachtig gebouw gebouwd in 1901 dat nog steeds dienst doet als daadwerkelijk postkantoor. Wanneer je binnenkomt, voelt het meer als een Palacio dan als een postkantoor. Terwijl ik de gouden ornamenten bewonder, zijn mensen doodgewoon bezig met hun pakketjes. Het is een grappig contrast.



Ondertussen is de dag bijna voorbij en na wat geslenter hou ik een taxi aan om me terug te brengen naar mijn eigen Palacio. De taxichauffeur is een relaxte Mexicaan die zich niet druk lijkt te maken om de chaos in het verkeer. We kletsen een heel eind heen en hij is vastbesloten mij aan zijn zoon te koppelen. ‘Hij sport elke dag, is heel sterk en kan je overal naartoe dragen! Dan heb je ook je krukken niet meer nodig’. Hij is zo vastbesloten dat hij zelfs zijn zoon belt om hem te informeren over die knappe Hollandse dame in zijn taxi, ha. Het is een mooie rit.


De volgende dag heb ik het Museo de Antropologia op de planning staan, iets waar ik erg naar uit kijk! Ik pak weer een Uber en kom aan bij een mooi modern gebouw. Er zijn ontelbaar veel zalen en aan de hand van de plattegrond maak ik een selectie van de dingen die ik graag wil zien met als highlight de Maya zaal waar ik leer dat de Maya’s ook steentjes op (of eigenlijk in) hun tanden plaatsten ter versiering, voornamelijk van Jade. Ik verwonder me over de rijke cultuur, tradities, hun schrift en hun kennis over zaken als astronomie. Het is fascinerend hoe deze werelden bestonden nog ver voor de kolonisatie door de Spanjaarden en ik vraag me af hoe de wereld eruit zou hebben gezien als deze rijken niet ten onder zouden zijn gegaan.


Naast het museum ligt het Chapultepec park, een soort van het Central Park van Mexico-Stad. Een oase van rust, omringd door natuur en groen. Ik slenter over de paadjes, langs het meer, observeer de mensen vanaf een bankje en ga dan door naar het Chapultepec kasteel of eigenlijk een paleis, bovenop de heuvel. De entree is gratis voor mensen met een beperking - heeft het af en toe toch nog voordelen! Het is een indrukwekkend paleis met prachtige tuinen, glas in lood en natuurlijk een uitzicht. Aan het eind van de middag is het tijd om te verhuizen naar mijn oorspronkelijke hostel in een ander deel van de stad dus zodra de zon ondergaat, check ik uit in mijn luxe hotel en keer ik terug naar het leven van een backpacker. Maar wél met een privé kamer. Het hostel heeft een knus dakterras en ondertussen zie ik de stad bijna vaker van boven dan van beneden, ha.


’S Avonds besluit ik om de nabije omgeving van mijn nieuwe stekje te verkennen. Een drukke straat vol met luide muziek en barretjes gevolgd door dé winkelstraat. Ik slenter over de straatjes en trakteer mezelf op wat taco’s van de straat. Je herkent de goede plekjes aan het feit dat je de rij mensen eerder ziet dan de taco stand. Ik slenter ook een stukje over de winkelstraat maar over het algemeen word ik hier niet zo vrolijk van. Grote ketens die je ook in Amsterdam kunt vinden en hordes mensen. Op straat word ik benaderd door een vrouw - iets jonger dan ik ben gok ik zo - met twee kleine kindjes aan haar hand. Ze spreekt accentloos Engels en ze vertelt dat ze het grootste deel van haar leven in Amerika heeft gewoond maar is gedeporteerd. Ik voel al aankomen dat ze om geld zal vragen maar tot mijn verbazing vraagt ze of ik een flesje water voor haar kinderen kan halen. Het breekt mijn hart. Ik haast me naar de dichtstbijzijnde mini-markt, vul een boodschappentas en keer terug. De twee kindjes kruipen tegen me aan wanneer ik de tas overhandig en ik besluit weer terug te keren naar mijn hostel.


16 december. Papa’s verjaardag. Een dag zoals alle anderen en toch voelt niks hetzelfde. Op deze dag heb ik een kaartje voor het Frida Kahlo huis, een droom om dit huis te bezoeken en daarom een mooie invulling van deze moeilijke dag. Terwijl ik in de rij sta word ik benaderd door een jongen die geen kaartje heeft en over een aantal uren Mexico verlaat. Hij biedt me 100,- dollar voor mijn kaartje dat me zo’n 10 euro heeft gekost. Ik sla zijn aanbod af. Ik heb nog een paar minuten en opeens kom ik op het idee om een nieuwe tattoo te laten zeten. Ik bedenk een ontwerp, parkeer het idee en dan zet ik eindelijk de eerste stappen in het huis van Frida.

Het huis is gebouwd in 1904 en drie jaar later is Frida Kahlo hier geboren. Het is haar ouderlijk huis en gedurende haar leven blijft het huis van de familie. Op later leeftijd trekt zij weer in het huis, samen met Diego Riviera. La Casa Azul, zoals het huis ook wordt genoemd, zal ook de plek zijn waar Frida Kahlo uiteindelijk sterft op 47 jarige leeftijd. In La Casa Azul kun je schilderijen van haar bewonderen, een prachtige collectie foto’s maar ook alle kamers met veel elementen nog compleet intact. Je krijgt een inkijkje in haar leven, je voelt de energie in het huis, ademt de geschiedenis en haar schilderijen komen tot leven.


In het atelier staat de spiegel die ze gebruikte voor haar zelfportretten. De rolstoel waar ze in zat na haar ongeluk. De verfkwasten staan er nog - inclusief ezel. De bibliotheek met tientallen boeken over geschiedenis, politiek, de natuur. Een poster daarop de ontwikkeling van een foetus afgebeeld, een thema dat terugkomt in haar schilderijen door haar vele miskramen. Maar ook de keuken met kleurrijke versieringen, haar bed met daarboven een spiegel - opgehangen door haar moeder in de tijd na haar ongeluk. De tuin met prachtige sculpturen, cadeau gedaan door collega kunstenaren, de foto’s van haar met Trotsky, die een tijd bij hun heeft verbleven in La Casa Azul. Het huis heeft tien kamers en is zoveel groter dan ik me had voorgesteld. Het is niet toegestaan om binnen foto's te maken maar soms is dat helemaal niet erg.



Met een hart gevuld met nieuwe ervaringen loop ik La Casa Azul weer uit. Op Google Maps zie ik dat er verderop in de straat een tattoo shop zit en ik besluit een poging te wagen met mijn net bedachte ontwerp. Als alles flowt, ga ik ervoor. Zo niet, is het niet meant to be en komt er vast een ander moment. Een paar uur later loop ik de tattoo shop uit met mijn nieuwe pareltje: een kompas met een gouden hartje in het midden, ‘gouden hartsje’ - want zo noemde papa mij. In het noorden de maan voor papa als gids. In het zuiden een palmboom voor Costa Rica. In het oosten de bergen voor Oostenrijk. En in het westen een zeilboot voor Sneek <3




Ik begin te beseffen dat thuis niet 1 plek is maar meer een concept dat uit meerdere plekken kan bestaan. En wanneer ik me even verloren voel, heb ik mijn kompas en papa om me de weg te wijzen naar de plekken die me geluk hebben gebracht en de plekken die me nog geluk zullen brengen in de toekomst.


Ook al ben ik blij met mijn nieuwe ervaringen in La Casa Azul en met mijn nieuwe kompas, de dag is en blijft beladen. Ik loop door de prachtige wijk Coayacan, langs parken, pleintjes en markten totdat mijn voeten zeer doen. Ik voel me als een kip zonder kop. Geen idee waar ik naartoe ga of waar ik naartoe wil. Ik neem de toeristische tram door de wijk - vooral zodat ik kan zitten - geniet van de tour en trakteer mezelf op churro’s. Ik ben op. Fysiek en emotioneel. Ik keer terug naar het hostel, pak mijn spullen, eet sushi in bed en beslis dat ik vanavond gewoon even mag zijn. Ik hoef niks meer te zien. Ik hoef even niks meer te doen. Ik mag gewoon even zijn, verdrietig, met mijn sushi in bed en een goede serie.


Morgen is het tijd voor een nieuw avontuur in Oaxaca!





Comments


bottom of page